|
||||||||
“ Little Jimmy, toch ook een straf verhaal… “ Als ik wat meer vertel over muzikant Marc Claeys, een icoon van de Belpop, dan gaat bij sommigen zeker een belletje rinkelen. Als ik hem noem als Little Jimmy aka Don Croissant en/of zeg dat hij de frontman was van Litlle Jimmy & The Sharks en dat hij het voorprogramma van The Who, The Kinks, Led Zeppelin, The Small Faces en zelfs van de Rolling Stones (Velodroom, Schaarbeek - 1966) speelde... Zitten we dan al bijna op dezelfde golflengte? Claeys was ook de man die Roland Van Campenhout inspireerde om blues te gaan spelen en die samen met Amerikaanse gitarist Chris Whitley (1960-2005) -hij ontmoette in Gent zijn vrouw Hélène, met wie hij later een dochter/muzikante Trixie kreeg- naar Amerika trok. Midden jaren tachtig keerde hij naar België terug. Later opende hij in Grimbergen een café "CRV" (Club Royal de Voile), waar hij in 2008 een eigen festival, Little Jimmy's Rock & Blues Festival, organiseerde. Les Generals Jack, Kathleen Vandenhoudt en de Little Jimmy zelf stonden toen geafficheerd. In 2014 stond hij, als King of The jungle, geprogrammeerd in Hotel Ford van Michel, die er toen meer dan eens de blues en Jimmy in huis haalde. Samen met Roland en Jean Blaute zat hij ook nog in een groep die James & The Yellow Doll heette, maar na de dood van zijn vrouw trok hij zich terug op een woonboot. Na 1994 trad hij terug op als Don Croissant, maar nu, op zijn vijfenzeventigste, is The Original Belgian Blues Tiger terug zoals we hem het liefst horen. Als Little Jimmy speelde hij ‘Blues Rebel’ vol met rauwe, authentieke garageblues. De productie van ‘Blues Rebel’ was in handen van Tim De Graeve aka Tiny Legs Tim (TLT), die over hem het volgende zegt: “Jimmy is een van de weinige blanke bluesmannen die qua sound en sfeer dicht in de buurt komt van de oerblues van R.L. Burnside en John Lee Hooker. Iemand als Jimmy kan en mag je niet teveel coachen, maar als producer van dienst wou ik hem in de Yellow Tape Studio (in Gent) vooral de best mogelijke omstandigheden aanbieden om hem zijn geloofwaardige zelve te laten zijn. Verder mag je Jimmy vooral niet producen...”. De nummers werden volledig analoog op tape opgenomen én gemixt. M.a.w. het kon wel eens fout gaan, wat rammelen en gaat charmeren omdat het zo echt klinkt. ‘The Blues Rebel’ is een album met daarop elf tracks. Naast acht eigen Little Jimmy nummers nam hij ook drie covers op. "Blues Before Sunrise" (met meteen de vraag: wie is er de accordeonist van dienst?) is een nummer van de Amerikaanse blues pianist Leroy Carr (1905-1935) uit 1935 (ook JL Hooker en Elmore James namen het nummer in resp. 1951 en 1960 op) en de twee andere covers zijn bewerkingen van traditionals. "Baby Please Don't Go" is een nummer dat we zeker kennen in de versies van Joe Williams (1935), Them (1964), AC/DC (1975) en Van Morrison (1991). De tweede traditional is "Were You There", de eerst vermelde (beklijvende) negrospiritual uit 1899. Het album opent met "Dreamin' About Bo" donker en rauw waarbij, gezien het over een voodoo pop gaat, de sfeer al direct raak zit. Met "Wasbash Avenue" ga je dan naar de Mississippi Delta en van "Dog Me Around" word je ook niet meteen vrolijk. Dan volgt er de titeltrack, een nummer dat Little Willy perfect typeert. "I Had a Friend" is blues zoals blues moet klinken en "Everthing Looks Spic'n Span" een instrumental. Rond "Fred Mambo" hangt een gemoedelijk New Orléans’ sfeertje, met in de hoofdrol Gregory Vanesbrouck’s sousafoon. In de afsluiter “Jungle King” zijn Little Jimmy en producer TLT erin geslaagd om de geest van R.L. Burnside tot leven te wekken. We hebben, waarschijnlijk omdat ouder worden wat langer duurt, wat moeten wachten op het Belgisch blues en rock fenomeen Little Jimmy. Met ‘Blues Rebel’ gaat dit bluesicoon ongetwijfeld nog wat meer geschiedenis schrijven. Eric Schuurmans
Album track list: Album line-up: Discography LITTLE JIMMY / DON CROISSANT*:
|
||||||||
|
||||||||